Autisme en verslaving

Autisme en verslaving beïnvloeden elkaar op een complexe manier. Heb je autisme, dan kan dit de kans op een verslaving vergroten doordat stress, prikkels en emoties moeilijker te reguleren zijn. Andersom kan een bestaande verslaving de typische kenmerken van autisme versterken, zoals overprikkeling of terugtrekgedrag. Verslavende middelen of verslavend gedrag kunnen tijdelijk helpen om spanning te verminderen of controle te ervaren, maar op de lange termijn versterken ze juist de problemen en houden ze elkaar in stand.

Waarom je met autisme vatbaarder bent voor een verslaving

Als je autisme hebt, verwerk je informatie anders dan anderen. Wat voor anderen vanzelf gaat, kost jou extra energie en dat kan spanning veroorzaken. Je merkt dit bijvoorbeeld doordat je je constant moet aanpassen aan sociale verwachtingen of moeite hebt met veranderingen of onverwachte situaties. Je kunt ook merken dat het moeilijk is om je emoties, zoals boosheid, frustratie of stress, onder controle te houden. Deze uitdagingen kunnen het gebruik van verslavende middelen of verslavend gedrag aantrekkelijk maken als een manier om te ontspannen of controle te ervaren.

Alcohol of drugs kunnen bijvoorbeeld helpen om spanning of gedachten tijdelijk te verminderen of om sociale situaties minder stressvol te maken. Toch keert dat effect zich uiteindelijk tegen je: je hebt steeds meer nodig om hetzelfde gevoel te ervaren en de problemen nemen toe. Maar juist door die werking ligt verslaving op de loer.

Hoe middelengebruik uitdagingen bij autisme kan verergeren

Het gebruik van alcohol, drugs of andere verslavende middelen kan je concentratie, stemming en manier van omgaan met prikkels verstoren. Voor mensen met autisme kunnen bestaande uitdagingen nog erger worden. Denk hierbij aan overprikkeling of moeite met sociale situaties. Hierdoor kun je je sneller terugtrekken of vastlopen. Dit kan een vicieuze cirkel veroorzaken: je gebruikt het verslavende middel om spanning of ongemak te verminderen, maar het gebruik maakt je juist kwetsbaarder, waardoor je nog meer steun of ontspanning in middelen zoekt.

Waarom herkenning van autisme soms lang uitblijft

Als je autisme hebt, kan het zijn dat een verslaving lang verborgen blijft. Dat komt omdat je het verslavende middel gebruikt om rust te creëren, prikkels te dempen of sociale situaties draaglijker te maken. Voor buitenstaanders kan het daardoor moeilijk zijn om te zien dat er sprake is van een probleem, omdat je je ‘normaal’ gedraagt. Wat eerst helpt om stress en overprikkeling te verminderen, kan op de lange termijn juist problemen veroorzaken. Je kan afhankelijk raken van het verslavende middel.

Aandacht voor de onderliggende problemen

Bij CACN kijken we tijdens de intake verder dan alleen je verslaving. We onderzoeken of onderliggende problemen, zoals ADHD, een trauma of depressie, meespelen, zodat we je behandeling hierop kunnen afstemmen. Ook als autisme nog niet officieel is vastgesteld, houden we daar tijdens het traject rekening mee. Zo sluit de behandeling altijd aan op jouw situatie, zodat je kan werken aan je duurzame herstel.

Hulp die past bij jouw situatie

Onze specialisten hebben veel ervaring met het behandelen van mensen met meerdere problemen tegelijk (dubbeldiagnose), zoals ADHD of autisme in combinatie met verslaving. We weten dat deze combinatie complex kan zijn en dat het niet altijd meteen duidelijk is hoe autisme je gebruik beïnvloedt. Wil je meer weten of gewoon eens praten over jouw situatie? Bel ons via 040 – 303 2626 of vul het contactformulier in. We helpen je graag met een passende behandeling bij de combinatie van autisme en verslaving.